24/7 bereikbaar, 365 dagen per jaar

Geschiedenis van het riool in Amsterdam

Voormalig_riool_-_IJsselstein_-_20120007_-_RCE
5

Geschiedenis van het riool in Amsterdam.
Het ontstaan van Rioleringen gaat eeuwen terug. In oudheid werd al gebruik gemaakt van stelsels die qua functie overeenkomen met wat wij heden ten dage een riolering noemen. Deze riolen dateren al van voor onze jaartelling en waren erg primitief. In eerste instantie werden deze rioolstelsels gebruikt voor de afvoer van water vanaf tempels en paleizen. Verder in onze jaartelling werden door de Romeinen rioleringen aangelegd. Bij opgravingen in steden als Rome, Parijs en Keulen zijn Romeinse rioolstelsels teruggevonden.

Gemakkoffertje, Beerput en Smeerpijp.
In onze lage landen begonnen wij ons in de 17e eeuw te realiseren dat de vervuiling een probleem werd en dat daar een oplossing voor moest komen, zo ook in Amsterdam. Wat voorafging aan dit besef om een “smeerpijp” aan te leggen waren Cholera-epidemieën. Tussen 1832 en 1866 waren in Amsterdam drie uitbraken van cholera. Hierbij vielen duizenden doden. Het ontbreken van schoon drinkwater en een rioleringssysteem waren de belangrijkste oorzaken. De gemeente Amsterdam vond het voorafgaand aan dergelijke epidemieën, niet haar taak om een riool aan te leggen.
Op zijn best hadden huizen een gemetselde beerput. De meeste bewoners maakten gebruik van een emmertje of een zogenaamd gemakkoffertje, die ze leegden in gracht of goot.

Industrialisatie in Amsterdam
De beginnende industrialisatie leidde tot extra vervuiling. In de drukke Jordaan vestigden zich een aantal rokende en stinkende stoomsuikerraffinaderijen . Op de Singelgracht werd een zwavelzuurfabriek gevestigd. Verder kwamen er een waskaarsenfabriek, sodafabriek, loodwit stearine en een gasfabriek. Al deze fabrieken loosden hun afvalwater op het openbaar water en de stank nam daardoor nog eens extra toe. Het beruchtst is de Goudsbloemgracht deze werd in 1854 gedempt.

Liernurstelsel
Als voorloper van het riool in Amsterdam is er eerst een andere vorm van riolering geweest. Dit was het zogenaamde Liernurstelsel. Dit was een gesloten buizenstelsel waar fecaliën door middel van onderdruk in reservoirs werd opgevangen en van daaruit afgevoerd naar een centraal punt. De fecaliën werden verwerkt tot meststof. Amsterdam had de hoop om met de verkoop van de meststoffen de kosten van het Liernurstelsel werden gedrukt. Helaas leverde het Liernurstelsel leverde zowel technisch als financieel niet de gewenste resultaten. De opbrengsten vormde slechts een klein deel van de kosten van dit riool avant la lettre.

Gemengd riool
Ondertussen toonde nieuw natuurwetenschappelijk onderzoek het verband aan tussen enerzijds woon- en leefomstandigheden en anderzijds de levensverwachting. Nog een reden voor de gemeente Amsterdam om met goede oplossing te komen voor het riool probleem. Pas in 1906 werd gestart werd met de aanleg van een zogenaamd gemengd rioolstelsel in Amsterdam. Met gemengd wordt bedoeld dat zowel het afval- en regenwater in 1 rioolstelsel werd afgevoerd. Aanleidingen voor de ontwikkeling van een rioolstelsel waren het ontstaan en gebruik van het toilet, de aanleg van een waterleidingsysteem, de groei van steden zoals Amsterdam en de industriële ontwikkeling. Daarnaast was het riool een middel in de strijd tegen de ziekte epidemieën die er toen die tijd regelmatig waren.

Gescheiden riool
In 1930 werd in Amsterdam begonnen met de aanleg van een gescheiden rioolsysteem. In een gescheiden riool wordt afvalwater van huishoudens en bedrijven gescheiden afgevoerd naar de rioolzuiveringsinstallatie. Regenwater wordt meestal apart afgevoerd en op het oppervlakte water geloosd.

Met deze technische ontwikkelingen rond het riool in Amsterdam zijn de gezondheidsrisico’s aanvaardbaar en kun je weer zwemmen in de Amsterdamse grachten.

Laat een reactie achter